Eric Rotheim; uitvinder van de spuitbus

De Noor Eric Rotheim wordt gezien als de uitvinder van de spuitbus. In 1929 patenteerde hij zijn uitvinding, wat later tot een enorm succes zou uitgroeien: de spuitbus. De Tweede Wereldoorlog was de aanleiding voor de verdere ontwikkeling van de spuitbus toen de zogenaamde "insecticidenbommen" door Goodhue & Sullivan (USA) werden gelanceerd.

Deze ‘bommen’ bleken een uitstekend wapen tegen infectieziekten. Tijdens deze oorlog kwamen in de Pacific namelijk meer soldaten om het leven door infectieziekten dan door oorlogshandelingen. Gedurende de Tweede Wereldoorlog werden zo'n 50 miljoen spuitbussen geproduceerd, de overgebleven spuitbussen werden na de oorlog op de Amerikaanse markt gebracht en toegevoegd aan de militaire uitrusting.


De jaren '50; een succes bij de consument

Aangezien de spuitbus bijzonder werd gewaardeerd door de gebruiker begon men deze verpakkingsvorm verder te ontwikkelen. Insecticiden, luchtverfrissers en haarlak waren de eerste producten die in deze jaren met succes op de Europese markt werden gebracht. In dit decennium ontstond het begin van een lange relatie tussen consument en de spuitbus.


De jaren '60; de productie van spuitbussen neemt sterk toe

In dit decennium maakte de spuitbusindustrie een grote groei door. Een steeds breder assortiment aan producten werd op de markt gezet en consumenten bevestigden de voorkeur voor de spuitbus door deze steeds meer te gebruiken. De productie van spuitbussen groeide van 70 miljoen naar 1,2 miljard in Europa. Een ongekend succes.


De jaren '70; de aandacht voor het milieu groeit

Aan het eind van de jaren '70, verscheen de publicatie van Molin/Rowland over het gat in de ozonlaag. Spuitbussen werden een belangrijk onderwerp voor overheid, wereldpers en consumentenorganisaties omdat CFK's in spuitbussen een bescheiden rol speelden in het dunner worden van de buitenste ozonlaag. De productie steeg in dit decennium opnieuw tot een totaal van 2,2 miljard spuitbussen in Europa, een groei van 80% dit decennium.


De jaren '80; de productie stijgt van spuitbussen maar door

In de jaren '80 zocht en vónd de industrie alternatieven voor CFK's als drijfmiddel. De CFK-vrije label werd in Europa geïntroduceerd en sinds 1989 bevatten spuitbussen geen CFK's meer met uitzondering van enkele medische producten, zoals astma-inhaleerders. De Europese productie van spuitbussen stabiliseerde voor een korte periode, tot de consument terugkeerde naar het gebruik van de spuitbus, vanwege het gebruik ervan: het is gemakkelijk, hygiënisch en efficiënt. De productie steeg tot 3 miljard stuks.


De jaren '90; recycling speelt een belangrijk rol

De bescherming van ons milieu speelde het laatste decennium van de 20ste eeuw een hoofdrol. Ook in het nieuwe millennium zal dit zo blijven. Het hergebruiken van producten en het minimaliseren van afval staat bovenaan de lijst van de spuitbusindustrie. Spuitbussen maken al voor een belangrijk deel gebruik van gerecyclede metalen. In de laatste tien jaren van het vorige millennium groeide de productie nog steeds gestaag tot een hoogte van 4,4 miljard spuitbussen.


De 21e eeuw; de spuitbus blijft zich doorontwikkelen

De eerste jaren van deze eeuw laten een verdere stijging zien in productie en gebruik. Spuitbussen veranderen van vorm die de aantrekkelijkheid ervan vergroten. Technische ontwikkelingen staan niet stil. Daar waar mogelijk wordt ingespeeld op de wensen van de consument binnen de wettelijke kaders. Aan de andere kant, de multifunctionele spuitbus is vanwege zijn complexe samenstelling gebonden aan nieuwe technische inzichten die tijd vragen.